JUAN USLÉ
La Novia de Belchite
7 May - 27 June, 2009
THE PAINTINGS OF JUAN USLE
barriers of Beauty
Juan Uslé has a bright painting style especially in line and colour. A southern kind of light is fixated by a broad palette of colours visibly and “humanely” interwoven with the carrier; uniting canvas and matter in a single material shimmering that lingers on the retina.
Every painting is always unique; any printed reproduction could at most invoke a distant memory of the painting itself. Painting is material by definition, but as for perception it is a sensory alibi to relish in colours turning into a focal point through intelligent combinations/constellations.
Though recognisable, Juan’s painting is far from predictable. The deviant derailments in construction and often freely structured and minimal compositions create as it were a mirror for the a priori imperfect way in which we look at the world and the things around us. The charm with which these paintings seduce the eye is not aestheticism but rather a way to ensure a vivid viewing of the painting - close to its skin as it were. As for planning, these compositions have been built up using vertical or horizontal bands/stripes, embracing time as a sweet and swaying wavelet on the surface of a calm sea and shaping the allusion that change and transformation – however minimal – are the essence of life itself. Juan Uslé will not create figurative paintings, even though many of his works are reminiscent of textile, curtains or blinds where subtle colour nuances stretch across the canvas like the movement of a melodeon. Like no other, Juan Uslé can let colours fan out in structures implying relief.
Here and there a stray stripe escapes the ‘orderly’ composition as an isolated twist; it is a sight for sore eyes to see how the painter himself is providing for escape routes to avoid predictability and routine in his artistic explorations. A Juan Uslé composition is analogous to the short circuits occurring between the “thinking” human mind and the “executing” hand. This is the painter’s way of releasing the work itself from any hint of an aura, mysticism or gratuitous spirituality. Juan Uslé’s painting style is noted in the history of painting as a permanent struggle from one painting to the next. Certain curves and flexes in the composition, minutely executed using tightened and short brush strokes, at times convey the anatomical structure of an eye. Thus painting becomes an eye presenting the viewer with a projection of colour in “a” form approaching “distant” afterimages. Today the question should be asked whether modern painting even provides for a meaningful and continuous interpretation of what already is and was.
Good painting abstains from pastiches and a painter today is more than ever an intelligently zapping DJ with colour working his way through to personal art with a “timbre” which is at once unique and freely related to the history of the medium. Clearly Juan Uslé has made the rich history of the art of painting his own in an attempt to recalibrate painting in an oeuvre capable of withstanding the critical fragility of the medium. A remarkable aspect of this vast oeuvre is that the compositions can be considered details of a wider and infinitely expandable “frame”. These paintings can be interpreted as puny “details” positioning themselves opposite the vastness with which the artist assembles his “created” world. A painting is a universe; a world which “is” alongside “ours”.
Colours in Juan Uslé’s paintings “flame” with as much beauty and intrigue as the sun with its fiery flanks ablaze with subtle red flares. Transparent and impenetrable brushes and intent, organic paint passages turn Juan Uslé’s paintings into an indivisible unit where depth and flatness continue to emphasise the material aspect of each painting. The viewer does not identify with the painting’s content; he beholds the beauty reflecting the thought of “something” other than what we all know. Juan Uslé’s painting is a pictorial blueprint of a “utopia” providing a home for beauty to nestle as a sign for the viewer to escape for a moment from the routine and banality of every day. Art is not aspirin, but it helps to find comfort in the hope of “something” which we cannot (yet) imagine ourselves. This neutral thought follows naturally from Juan Uslé’s painting, which leaves the viewer with nowhere to turn if he does not freely surrender to the ingenious play of form and colour which could lead to a warm feeling combined with the pleasure of seeing how the artist has successfully managed to manoeuvre his works within the traditions of modern painting.
Juan Uslé’s painting acts as a barrier of stripes thwarting every form of linear thought and leaving us at “this side” with experience of beauty; the rest of the story remains a matter of delicious guesswork and insinuation.
Luk Lambrecht
21 april 2009
DE SCHILDERKUNST VAN JUAN USLE
barrières van schoonheid
De schilderkunst van Juan Uslé is bijzonder helder van lijn en kleur. Een zuiders aandoend licht laat zich fixeren via een ruim palet van kleuren dat zich “menselijk” en zichtbaar verweeft met de drager; canvas en materie worden één materiële zindering die op het netvlies blijft haperen.
Een schilderij is en blijft uniek; een gedrukte reproductie ervan betekent hoogstens een verre herinnering aan het schilderij. Schilderkunst is per definitie materieel maar qua perceptie een zinnelijk alibi om te genieten van kleuren die een brandpunt worden via intelligente combinaties/constellaties.
De schilderkunst van Juan is herkenbaar maar niet voorspelbaar. De deviante ontsporingen in de opbouw van de veelal vrij gestructureerde en minimale composities zorgt als het ware voor een spiegel van de a priori imperfecte manier waarop wij kijken naar de wereld en de dingen rondom ons. De charme waarmee deze schilderijen het oog verleiden betekent geen estheticisme maar een manier om het kijken naar het schilderij levendig te houden; dicht op de huid ervan. De composities zijn qua schema opgebouwd uit verticale of horizontale stroken/streepjes die wiegend als een zoete rimpeling op het water van een kalme zee de tijd in zich houden en de allusie vorm geven dat verandering en transformatie - hoe minimaal ook - de essentie van het leven zelf uitmaakt. Juan Uslé maakt geen figuratieve schilderijen alhoewel heel wat werk aan textiel, gordijnen of blinderingen doet denken waarbij subtiele nuances van kleuren zich als in één accordeonbeweging over het canvas strelen. Juan Uslé laat als geen ander de kleur uitwaaien in structuren die doen denken aan reliëf.
Strepen ontsnappen hier en daar als losse kronkels weg van de ‘reguliere’ compositie; het is mooi om zien hoe de schilder hier zelf ontsnappingsroutes bedenkt om voorspelbaarheid en routine binnen zijn artistieke demarches te ontwijken. De composities van Juan Uslé verlopen analoog met de kortsluitingen die zich voordoen tussen het “denkende” brein van de mens en de “uitvoerende” hand. Hiermee ontslaat de schilder het werk zelf van elke zweem van aura, mystiek of gratuite spiritualiteit. De schilderkunst van Juan Uslé staat met verve in de geschiedenis van de schilderkunst in een permanente merkbare worsteling van het ene naar het andere schilderij. Bepaalde krommingen en buigingen in de compositie die minutieus zijn uitgevoerd via verdichte en korte penseelstreken doen soms denken aan de anatomische structuur van een oog. De schilderkunst wordt oog waarin de toeschouwer een projectie wordt voorgeschoteld van kleur in “een” vorm die in de nabije buurt komt van “verre” nabeelden. Men moet zich vandaag de vraag durven stellen of de actuele schilderkunst überhaupt een zinvolle en continuerende invulling geeft aan datgene wat al is en was.
Goede schilderkunst onthoudt zich van pastiches en de schilder is vandaag meer dan ooit een intelligent zappend dj met kleur die zich een weg baant naar persoonlijk werk met een “timbre” dat tegelijk uniek is en zich op een vrije manier verhoudt tot de geschiedenis van het medium. Het is duidelijk dat Juan Uslé met groot gemak zich de rijke geschiedenis van de schilderkunst toe-eigent in een poging om de traditie van de schilderkunst te herrijken in een oeuvre dat zich meet met de kritische broosheid van het medium. Wat opvalt bij dit brede oeuvre is dat de composities kunnen worden beschouwd als details van een ruimer en oneindig uitbreidbaar “kader”. Deze schilderijen kunnen worden geïnterpreteerd als nietige “details” die zich positioneren tegenover de wijdsheid waarmee een kunstenaar zijn “gemaakte” wereld in elkaar zet. Een schilderij is een universum; een wereld die “is” naast die van de “onze”.
Kleuren in de schilderijen van Juan Uslé “vlammen” net zo mooi en intrigerend als de zon die langs haar flanken in brand staat met subtiele rode flikkeringen. Transparante en ondoordringbare toetsen en strakke en organische verfpartijen maken van de schilderijen van Juan Uslé een ondeelbaar geheel waarin diepte en vlakheid de materialiteit van het schilderij blijven benadrukken. De toeschouwer identificeert zich inhoudelijk niet met het schilderij; hij kijkt naar schoonheid die “iets” anders in gedachte voorspiegelt dan wat we allemaal kennen. De schilderkunst van Juan Uslé is een picturale blauwdruk van een ”utopietje” waarin de schoonheid zich nestelt als een teken waarin de toeschouwer zich even kan verliezen uit de routine van de banaliteit van alledag. Kunst is geen aspirine maar helpt om troost te vinden in de hoop van “iets” wat we zelf (nog) niet kunnen voorstellen. Deze neutrale gedachte ligt in het verlengde van de schilderkunst van Juan Uslé waarmee de toeschouwer niet echt een kant op kan tenzij hij zich op een vrije manier overgeeft aan het ingenieuze spel van vorm en kleur dat kan leiden naar een goed gevoel gecombineerd met het plezier te zien hoe de kunstenaar zijn schilderkunst mooi in de tradities van het moderne schilderen weet te manoeuvreren.
De schilderkunst van Juan Uslé functioneert als een barrière van strepen die elke vorm van lineair denken doorkruist en ons aan “deze kant” achterlaat met de ervaring van schoonheid; de rest van het verhaal blijft een zaak van heerlijk gissen en insinueren.
Luk Lambrecht
21 april 2009