RINUS VAN DE VELDE
08 September - 22 October, 2011
In his first exhibition at Tim Van Laere Gallery (8/9/2011 - 22/10/2011), Rinus Van de Velde (Leuven, 1983) presents a new series of drawings on paper that circle around the theme of the artist studio. The series can be seen as a next step in Van de Velde’s investigation of the possibilities to draw out a personal story based on existing images.
Van de Velde lives and works in Antwerp and is considered to be one of the most promising young artists in Belgium. In his recent exhibitions (amongst others in Amsterdam, Berlin, Chicago, New York, Tokyo, Paris and London) he mainly designed installations in which he brought together several drawings to tell one open story. That story is part of a bigger, fictional autobiography that runs parallel to the development of the artist’s real oeuvre. In this way, Van de Velde develops a universe of his own that nevertheless constantly relates to the broader (art) history.
The drawings that Van de Velde will show at Tim Van Laere Gallery, tell — unlike much of his recent work — stories that are to a certain extent autonomous and can be read apart from each other. The texts, which are written on the drawings themselves, relate about separate moments in a fictional artist’s biography. The recurring theme is the meaning the studio has for the artist, but that subject matter is broadly interpreted, and is mostly employed as a narrative motor for a narration in which the artist imagines himself to have been an ‘author’ of twentieth-century art history. By doing so, Van de Velde creates an experimental fictional space in which he can, like a sponge, absorb artistic standpoints, without falling into the trap of becoming dogmatic. The viewer, on the other hand, is directly challenged to imagine the larger story of which Van de Veldes stories seem to be but snapshots.
Van de Velde’s new series of stories have a layered set-up, and tend to fold back on themselves more than they used to. The text can sometimes at the same time be read as a story as well as a comment on the image. The drawings, on the other hand, often contain ‘unreadable’ elements, in which abstraction and plastic experiments take the upper hand. In this way, text and drawing seem to doubt whether they are a window to an imaginary world, or signs on a flat surface.
Koen Sels
In zijn eerste tentoonstelling bij Tim Van Laere Gallery (8/9/2011 - 22/10/2011), toont Rinus Van de Velde (Leuven, 1983) een nieuwe reeks tekeningen op papier, die cirkelen rond het thema van het kunstenaarsatelier. De reeks kan gezien worden als een volgende stap in Van de Veldes onderzoek naar de mogelijkheden om een persoonlijk verhaal uit te tekenen aan de hand van bestaand beeldmateriaal.
Van de Velde woont en werkt in Antwerpen, en geldt als een van de meest beloftevolle jonge kunstenaars uit België. In zijn recente tentoonstellingen (onder meer in Amsterdam, Berlijn, Chicago, New York, Tokio, Parijs en Londen) presenteerde hij installaties waarin hij verschillende tekeningen, via tekst, samenbracht in één open verhaal. Dat verhaal maakt deel uit van een grotere fictieve autobiografie, die parallel loopt met de ontwikkeling van het reële oeuvre van de kunstenaar. Op die manier ontwerpt Van de Velde een eigen wereld die echter ook voortdurend in verband wordt gebracht met de ruimere (kunst)geschiedenis.
De tekeningen die Van de Velde in Tim Van Laere Gallery toont, vertellen — in tegenstelling tot veel van zijn recente werk — tot op zekere hoogte autonome verhalen, die ook los van elkaar gelezen kunnen worden. De teksten, die deze keer op de tekeningen zelf zijn geschreven, vertellen over losse momenten uit een fictieve kunstenaarsbiografie. Het overkoepelende thema is de betekenis van het atelier voor de kunstenaar, maar dat onderwerp is breed opgevat, en fungeert vooral als een narratieve motor voor een vertelling waarin de kunstenaar zich inbeeldt mee auteur te zijn geweest van de twintigste-eeuwse kunstgeschiedenis. Op die manier creëert hij een experimentele fictionele ruimte waarin hij, als een spons, artistieke standpunten opneemt, zonder daarbij in de val van het dogma te trappen. De toeschouwer wordt dan weer direct uitgedaagd om zich een voostelling te maken van de bredere context, waarvan Van de Veldes verhalen slechts snapshots lijken te bieden.
Van de Veldes nieuwe reeks verhalen zijn gelaagd van opzet, en lijken zich meer dan voorheen terug te plooien op zichzelf. Zo leest de tekst soms tegelijk als een verhaal en een plastisch commentaar op het beeld zelf. Daarnaast bevatten de tekeningen meermaals ’onleesbare’ elementen waarin abstractie en plastisch experiment de bovenhand nemen. Op die manier lijken tekst en tekening ertussen te twijfelen of ze nu een raam op een imaginaire wereld zijn, dan wel tekens op een spiegelglad oppervlak.
Koen Sels